Caviaspreuken zijn spreekwoorden en gezegdes - maar dan op de caviamanier!

De cavia laat zich niet het voor uit z’n bakje eten (Stijn)
De cavia’s in het donker knijpen (Ginie)
voor niets groeit het gras (Ginie)
Zwijgen is goud, piepen is zilver  (Ginie)
Een cavia verleert zijn streken niet (Ginie)
Cavia gezien, kooi deur  dicht (Richard)
Al is de cavia nog zo snel, de dierenarts temperatuurt hem wel (Mira)
Van een mug een cavia maken (Stoffel)
Men moet geen slapende cavia's wakker maken (Janka en Martijn)
Zoals mn cavia thuis knaagt, knaagt hij nergens (Janka en Martijn)
Een cavia in het bakkie (Janka en Martijn)
Het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de cavia knaagt (Janka en Martijn)
Zo koppig als een cavia (Janka en Martijn)
Als de cavia niet naar het etensbakje komt, komt het etensbakje maar naar de cavia (Raoul)
Beter één cavia in de hand dan de lucht van tien (Mathieu)
Een appeltje voor de dorstige cavia (Ingeborg)
De cavia hoeft zijn eigen boontjes niet te doppen (Ingeborg)
Ik heb een appeltje voor mijn cavia te schillen (Ingeborg)
Wat de cavia niet kent, dat eet hij niet (Moira)
Een cavia verliest wel zijn haren, niet zijn gepiep (Pascal)
(Vr)eten als een cavia (Miriam)
Oost, west, de cavia is thuis op zijn best (Anke)
Van een hamster een cavia maken (Sharon)
In het donker zijn alle cavias grijs (Adriaan)
En cavia in het donker maakt rare sprongen (Adriaan)
Je mag een gegeven cavia niet in de bek kijken (Desiree)
Een cavia stoot zich geen twee keer aan het zelfde etenbakje (Emma)
Een appeltje voor de dorstige cavia (Ingeborg)
De cavia hoeft zijn eigen boontjes niet te doppen (Ingeborg)
Ik heb een appeltje voor mijn cavia te schillen (Ingeborg)
Caafje de voorste zijn (Michiel)
Bekend staan als de bonte cavia (Michiel)
Er gaan veel lieve cavia's in een huis (Michiel)
Als twee cavia's vechten om groente, gaat de derde er mee heen (Hannah)
Het gras bij de konijnen is altijd groener ( Inge)
Keutels moeten rollen (Inge)
Dat komt als een wortel na de maaltijd (Inge)
Van een cavia een capibara maken (Inge)
De cavia in de groentela vinden (Inge)
De cavia kijkt, alsof hij zijn laatste hooitje versnoept heeft (Ingeborg)
Dat komt als wortel na de maaltijd (Ingeborg)
De cavia in de groentela vinden (Ingeborg)
Van een cavia een capibara maken (Ingeborg)
Hij is een ongelikte beer (Ingeborg)
Zoals de cavia thuis knort knort-ie nergens (Michelle)
Wat een cavia niet kent dat eet hij niet (Linde)
Zoeken naar een cavia in een hooiberg (Brigitte)
Met lange caviatanden eten (Karin)
Dat zijn twee cavia's op één buik (Nanny)
Noord, oost, zuid, west, een cavia is het best (Lieve)
Al is de cavia nog zo snel, inhalen doe ik uiteindelijk wel   (Martine)
Beter een wortel in de mond, dan tien in de grond (Mira)
De kop in het hooi steken (Wide)
Je kunt een cavia naar het water brengen, maar je kunt hem  niet dwingen te drinken (Caatje)
Eén cavia maakt nog geen jongen (Lisa en Inge)
Hij gaat er als een cavia vandoor (Dide)
Door het hooi de cavia niet meer zien (Inge)
Al is de wortel nog zo snel, de cavia achterhaalt hem wel   (Betty)
Een cavia stoot zich in het algemeen niet twee keer aan   dezelfde voerbak (Nikki)
Een koele cavia zijn (Lisa)
A beautifull cavy is a joy forever (Tamara en Meint)
Cavia's met hamsters vergelijken (Sifra)
De vrolijke cavia zijn (Lisa)
De cavia kijkt alsof hij zijn laatste hooitje versnoept heeft (Ingeborg)
Er gaan veel cavia's in een hok (Anniek)
Hij heeft z'n cavia's op het droge (Anniek)
Een dag geen cavia geaaid, is een dag niet geleefd (Imke)
Alléén voor een spruit kom ik eruit! (Ria)
Beter één cavia op schoot dan tien die loslopen! (Sigi)
Oost west cavia's best. (Inge)
Waar eten is, is een cavia. (Céline)
Zo hongerig als een cavia... (Linde)
Je eet als een zieke cavia. (R.)
Hoe meer cavia's, hoe meer vreugd. (Ellen)
Beter een goede cavia dan een verre vriend. (Jolien)
Eén cavia in de kooi maakt nog geen nestje. (Imke)
Over zeugjes en jonkies praten. (Ingeborg)
Toen kwam de cavia uit de mouw. (Lauran)
Wie het laatst knaagt, knaagt het best. (Marja)
Zich als een cavia bij de etensbak voelen. (Eline)
De cavia ligt nooit ver van het eten. (Meike)
Een cavia alleen is maar alleen. (Johan)
Als er één cavia piept, dan piepen er meer. (Petra)
Tussen cavia en kooi zitten. (Anke)
Het caviapad kiezen. (Lisa en Sandry)
Met de cavia het nachthok ingaan. (Arco en Marjanne)
Hoe meer cavia's hoe meer vreugd. (Chantal)
Leven in het hok brengen. (Anniek)
De cavia kruipt waar hij niet gaan kan. (Julie)
De cavia in het hooi vinden. (Saskia)
De cavia op de sla binden. (Josefien)
Geen slapende cavia's wakker maken. (Alice)
Wie het laatst piept, piept het best. (Anne)
Beren met zeugen vergelijken. (Eline)
De cavia's steken hun kop in het hooi. (Marieke)
Piepende cavia's bijten niet. (Lisa)
Cavia's zijn het lot van mijn leven, om cavia's zal ik altijd geven. (Joy)
Het neusje van de cavia. (Anniek)
Zoals de oudere cavia's piepen, zo piepen ook de jongen. (Kim)
Het is niet alles eten dat ritselt als plastic.
Een dag geen witlof gegeten, is een dag niet geleefd. (Hanneke)
De cavia uit het nachthok kijken. (Sarieke)
Je kan beter op een cavia passen dan op een jonge meid. (Danielle)
De cavia uit de kooi kijken. (Julie)
Eerst het kooitje klaar en dan de cavia erin. (Josefien)
Je hand over je cavia strijken. (Chantal)
Een cavia in het nauw maakt rare sprongen. (Sandra)
Je moet een gegeven cavia altijd in de bek kijken - alleen zo kan je zien of zijn tanden niet te lang zijn. (Lisa)
Zo warrig als de haren van een Abbesynian. (Josefien)
Een cavia in een hooiberg zoeken. (Sandra)
Hij kijkt alsof hij op een cavia heeft getrapt.
Van een kale cavia kan je niet plukken.
Hij koestert een cavia aan zijn boezem.
"Daar zijn wij, de reuzencavia's," zei de Cuy tegen de cavia.
Zwanger eind september, nestje begin december.
Je als een cavia in het hooi voelen.
Hij is zo gezond als een cavia.
Hij heeft een cavia aan zijn borst gekoesterd.
Er zit een cavia onder het gras verscholen.
Geen cavia zo kaal of er zit nog wel een haartje op.
Je vangt meer cavia's met peterselie dan met knoflook.
Iedere cavia piept zoals hij gebekt is.
Als één cavia in de kooi is, volgen er spoedig meer.
Als twee cavia's vechten om een peen, loopt de derde er mee heen.
Een gewaarschuwde cavia klappertand voor twee.
Als het baasje van huis is, plunderen de cavia's de koelkast.
Een oude beer lust nog graag een jong blaadje.
Zoals de cavia thuis piept, piept hij nergens.
Beter één cavia in de hand dan tien in de kooi.