De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.



































De weg die de cavia heeft afgelegd om van zijn geboorteland uiteindelijk bij ons thuis te komen, is een zeer lange weg geweest, zowel in afstand als in tijd.

 

Inca huisdieren

Cavia's komen nog steeds in het wild voor in bijna geheel Zuid-Amerika - vroeger leefden ze ook in Panama en Suriname. Verschillende Zuidamerikaanse Indianen, waaronder de Inca's, hielden al cavia's als huisdieren. Ze fokten ze voor het vlees, de huid en het bont en gaven ze mee aan de doden in hun graf. Maar ze offerden ze ook aan de goden, zoals de Quetschua deden - vooral bruin-bonte en wit-bonte dieren werden aan de Zonnegod geofferd. Er zijn ook gemummificeerde cavia's gevonden in Inca nederzettingen en graftomben, evenals geraamten en stukken huid.



De eerste buitenlander

De eerste Europeaan die de cavia beschreef, was Konrad Gessner, een Zwitserse universiteitsgeleerde, die baanbrekend werk heeft verricht op diverse gebieden. Een van zijn werkterreinen was de natuur en in zijn Historia Animalium (sommigen maken melding van het Tierenbuch, maar dit is een verkorte uitgave van de Historia Animalium) beschreef hij de cavia.

De cavia zoals Gessner die getekend heeft, en zoals hij in de 'Historia Animalum' staat.



Wat Gessner over de cavia zei...

Gessner's beschrijving komt vrijwel overeen met hoe de hedendaagse cavia er uit ziet:
Ze hebben kleine oortjes die bijna onbehaard zijn. Ze hebben tanden zoals de muizen, maar geen staart. Ze hebben verschillende kleuren. Het stemgeluid doet denken aan dat van een biggetje. Ze eten allerlei soorten kruiden, fruit, brood en haver, maar ze drinken niet veel. Ze laten zich zo met de hand oppakken en ze bijten nooit.
Alleen had hij het niet over de cavia, maar over 'Indiaanse konijntjes', de naam die de Spanjaarden aan de cavia gaven.
De Italiaan
Ulissi Aldrovandi, tijdgenoot van Gessner, en ook een universiteitsgeleerde, beschreef de cavia's rond dezelfde tijd.



De Spanjaarden

Na de ontdekking van Amerika in 1492, voeren allerlei volken naar dit nieuwe continent, maar het waren de Spanjaarden die als eerste buitenlanders de cavia's zagen. De Spaanse ontdekkingsreiziger Vasco Balbao, maar ook de Spaanse legers onder leiding van Pizarro, Almagro, Quesada, Orellana en Valdivia, zagen overal in de hutten van de Indianen de kleine diertjes.



Cavia op het menu

In tijden van nood aten de Spanjaarden ook cavia's, maar zij waren niet naar het nieuwe continent getrokken om cavia's mee te nemen, maar om land te veroveren en goud, zilver en edelstenen mee terug te nemen. Toch moeten er ook cavia's aan boord van de schepen zijn geweest die teruggingen naar Europa, want anders had Konrad Gessner ze nooit kunnen beschrijven. Hij is namelijk nooit in Zuid-Amerika geweest.



Naar Europa

Hoewel er tegenstrijdige theorien zijn over wie als eerste de cavia naar Europa heeft gebracht - sommigen zeggen de Spanjaarden, anderen de Engelsen en weer anderen de Hollanders - kunnen we aannemen dat het de Spanjaarden en Portugezen zijn geweest. Zij waren als eerste in Zuid-Amerika en bovendien beschrijf Konrad Gessner hoe de Spanjaarden en Portugezen de cavia naar Engeland gebracht hebben.



Tussenstop in Guinee

Wat in ieder geval wel vaststaat is dat de route die de cavia's aflegden van hun geboorteland naar Europa, een tussenstop kende, namelijk in Guinee in Afrika. Want aan het eind van de 16e eeuw waren het voornamelijk de Hollanders die vanuit Guinee de cavia's naar het vasteland van Europa vervoerden. Maar de Hollanders voeren ook veel verder, want ook vanuit Suriname, het toenmalig Nederlands Guyana, kwamen er cavia's naar Europa.



In Europa

Al in 1680 werden in Holland gefokte cavia's aan Frankrijk en Engeland verkocht.
Hoewel de Inca's de cavia's mede hadden gehouden om hun vlees, hadden de Europeanen de beschikking over veel grotere vleesleveranciers, zoals varkens en runderen, en daarom werden de cavia's vanaf het begin niet gezien als vleesleverancier, maar als curiosa.



Duur speelgoed

In het begin waren de diertjes zelfs zo duur dat alleen de rijken het konden verloorloven er eentje te kopen. Dat kwam omdat ze van heel ver weg kwamen en dus bij voorbaat al heel bijzonder waren, maar ook omdat er in het begin niet zoveel cavia's waren.
Koningin Elizabeth I (1558-1603) had een cavia, wat bijgedragen kan hebben aan de populariteit van de cavia.
Sommigen kochten ze als speelgoed voor hun kinderen, maar anderen toonden ze als curiositeit op braderieën en kermissen. Maar toen bleek dat de huisvesting, verzorging en voortplanting geen problemen opleverden, werden ze snel erg populair - en omdat hun aantallen vermeerderen, zakte de prijs.



De eerste tentoonstellingen

Zo werden cavia's in het begin van de 18e eeuw in veel landen in Europa gehouden, maar het waren voornamelijk de Engelsen die zich op het fokken van cavia's hebben toegelegd en al in de 19e eeuw werden er tentoonstellingen gehouden waarbij de diertjes op hun uiterlijk werden beoordeeld.
Na WOII (de Tweede Wereldoorlog 1940-1945)werd de cavia pas echt populair als huisdier, en dat zal voorlopig wel zo blijven!

 

 

De afbeelding is van Biodiversity Heritage Library.

 

top      home