De Grote Cavia: algemene en bijzondere informatie over cavia's.






































De jongen zijn geboren. En wat nu?

Over zogen en melk
De zoogperiode: Hoe verloopt een normale zoogperiode bij de cavia?
Zijn twee tepels genoeg voor meerdere jongen?
Waarom krijgen jongen melk?
Hoe wordt melk gemaakt?
De moeder heeft te weinig/te veel melk

Over gewicht en weghalen bij de moeder
Vanaf wanneer mag ik de jongen aanraken en oppakken?
Wat is een normaal gewicht voor de moeder?
Wat is een normaal geboortegewicht voor de jongen?
Hoeveel moeten de jongen aankomen?
Met hoeveel weken/met welk gewicht mogen ze weg bij de moeder?
Beertjes die al vroeg op andere cavia's rijden
Vroegrijpe beertjes
Jonkies weghalen bij de moeder
Wanneer mogen ze naar het nieuwe baasje?

Het geslacht
Hoe stel ik hun geslacht vast?

Mogelijke problemen
Navelstreng zit er nog aan
Oogproblemen
Tepelproblemen
Extra teentje
Jongen eten niet of niet genoeg
Jongen vallen af
De moedercavia valt af
De moedercavia sterft
Weesjongen
Eén jong sterft of meerdere jongen sterven
Jongen sterven allemaal
Soorten bijvoeding die je kan geven
Voeren/bijvoeren
De moedercavia wil niets van de jongen weten
De moedercavia gaat ruw met de jongen om
De moedercavia laat de jongen niet drinken
De moedercavia verstoot een jong


De zoogperiode: Hoe verloopt een normale zoogperiode bij de cavia?

De eerste dag
De jongen krijgen een reserve van de moeder mee, waardoor ze in ieder geval de eerste 12 uur geen voedsel hoeven te hebben. Maar de meeste jonkies knabbelen een paar uur na de geboorte al aan groenvoer, hooi en aan zo'n beetje alles wat ze maar te pakken kunnen krijgen want ze vinden alles interessant!
De eerste dag moet iedereen wennen: de moeder aan haar jongen en de jongen aan het feit dat ze geboren zijn. De jongen lopen vaak een beetje wankelend en waggelend omdat ze moeten leren lopen.

De eerste paar dagen
Het kan zijn dat de moeder moeite had om te wennen aan haar jongen of aan het feit dat die opeens steeds bij haar wilden zijn en bij haar willen drinken. Maar na een dag of twee is alles bijgetrokken en is de moeder er aan gewend en dan ziet het er uit of de moeder nooit iets anders heeft gedaan!

De eerste week
De eerste paar dagen kunnen de jonkies wat afvallen, maar dat halen ze daarna weer in. Sommige jonkies groeien iedere dag en zijn ook iedere dag zwaarder dan de dag ervoor, terwijl anderen soms een dagje op hetzelfde gewicht blijven staan.
De jonkies volgen hun moeder overal en doen wat zij doet. Of proberen te doen wat zij doet, want ze eten nog niet met de pot mee, maar proberen dat wel, en ze zullen dan ook zeker af en toe wat opeten.

Hier zie je twee jongen die beide proberen onder de moeder te komen om te zogen.


De zwarte bult rechts van de achterpoot van de moeder, is het hoofdje van de cavia die onder de andere cavia zit!


Het rechterjonkie drinkt, maar het linkerjonkie zit voor het grootste deel onder het lichaam van de moeder.



De tweede week
In de tweede week zijn zowel moeder als jongen geheel gewend aan de nieuwe situatie, en zullen ze zich gedragen of het altijd al zo geweest is.
De jongen leren, net zoals in de eerste week, van hun moeder door haar na te doen. Ze leren ook hoever ze kunnen gaan bij haar omdat ze, als ze iets doen wat ze niet goed vindt, op hun kop krijgen van haar. Ook in de omgang met andere cavia's leren ze hoever ze kunnen gaan. Al deze sociale interacties zijn nodig zodat ze later op een normale manier om kunnen gaan met andere cavia's.

De derde week
De derde week is een overgangsperiode naar de volgende week. De jonkies zijn niet meer heel erg klein en onervaren, maar ze zijn ook nog niet zo ver dat ze het ouderlijk nest kunnen verlaten. Ze zijn heel erg aktief en zullen nu ook zeker door het hok heen rennen en racen.

De vierde week
De vierde week is de week waarin de jongen gespeend worden.  Spenen betekent 'van de borst afnemen' of 'van de speen afnemen', dus stoppen met het geven van moedermelk. Het ene jong zal eerder gespeend worden dan het andere; dat ligt aan het jong. Het kan zijn dat de moeder het niet meer goed vindt dat de jongen bij haar drinken en hen afsnauwt of wegjaagt, maar het kan ook zijn dat de jongen zelf geen behoefte meer hebben om te drinken.

top



Zijn twee tepels genoeg voor meerdere jongen?

Een cavia kan meerdere jongen voeden, ook al heeft een cavia maar twee tepels. Bij meer dan twee jongen zullen de jongen om beurten drinken. Indien er meer dan vier jongen zijn, of indien een jong erg achterblijft in de groei, is bijvoeding aanbevolen.

top



Waarom krijgen jongen melk?

De meeste pasgeboren dieren kunnen nog niet direct zelf hun voedsel bij elkaar scharrelen. In moedermelk zit alles wat ze nodig hebben; niet alleen voedingsstoffen, maar ook anti-stoffen tegen bepaalde ziektes. Door moedermelk te drinken, krijgen ze een betere weerstand en zijn ze beter beschermd tegen infecties.

top



Hoe wordt melk gemaakt?

Melk wordt in de melkklieren aangemaakt. De grondstoffen voor de melk worden door de melkklieren onttrokken aan het bloed. Tijdens de zwangerschap wordt er prolactine aangemaakt. Prolactine is een hormoon en dit zorgt ervoor dat het lichaam melk aan gaat maken.
Als de melkproductie eenmaal op gang is gekomen, wordt de prolactine steeds minder belangrijk voor het aanmaken van melk omdat er dan namelijk melk wordt aangemaakt als de melkklieren leeg zijn.

top



De moeder heeft te weinig/te veel melk

Indien de moeder niet voldoende melk heeft om de jongen te voeren, is een pleegmoeder een mogelijkheid. Is die er niet, dan zul je de jongen moeten voeren.

top



Vanaf wanneer mag ik de jongen aanraken en oppakken?

Je mag de jongen direct na de bevalling even oppakken om te kijken of alles goed met ze is. Als ze nog nat zijn, zijn ze glibberig, dus als je bang bent dat ze uit je handen glippen, wacht dan tot ze droog zijn. Wil je ze toch perse oppakken, houd ze dan in je handen een centimeter boven de bodem van de kooi; mochten ze vallen, dan vallen ze zacht.
Vanaf dag twee mag je ze iedere dag even oppakken zodat ze gewend raken aan mensenhanden. Na de eerste week mag je ze wat langer oppakken en kort op schoot nemen. De laatste twee weken mag je ze ook wat langer op schoot nemen.

top



Wat is een normaal gewicht voor de moeder?

Wat een normaal gewicht is, hangt af van het gewicht dat ze woog toen ze beviel, van hoeveel jongen ze beviel en hoeveel de jongen en het vruchtwater, wogen.
Het gewicht dat er na de bevalling in één keer afgaat, is zowel voor de jongen als voor het vruchtwater. Vruchtwater weegt ongeveer tussen de 20 en 50 gram per jong. Een jong weegt ongeveer tussen de 60 en 110 gram. Een zeugje zal gemiddeld zo'n 300 tot 500 gram minder wegen na de bevalling, maar het kan ook minder zijn bij een nest van één jong of meer bij een groter nest. Minimaal zal iedere zeug toch zo'n 200 gram minder wegen na de bevalling.

top



Wat is een normaal geboortegewicht voor de jongen?

Een normaal geboortegewicht ligt ongeveer tussen de 60 en 100 gram. Een laag geboortegewicht ligt tussen de 40 en 60 gram. Een hoog geboortegewicht ligt tussen de 100 en 140 gram.

Jonge cavia's hebben een erg groot hoofd in verhouding tot hun lichaam. Het lijkt zelfs wel of dit jonkie bijna helemaal uit hoofd bestaat!


top



Hoeveel moeten de jongen aankomen?

De jongen moeten met vier weken een gewicht bereikt hebben van 300 gram. Uitgaande van een geboortegewicht van tussen de 60 en 100 gram, houdt dat in dat een jong per dag ongeveer 7 à 8 gram aan zou moeten komen. Maar iedere groeicurve is anders omdat ieder jong anders is, dus vaststaande gewichten zijn er niet te geven. Op
de pagina  Caviafeiten staat een tabel met gewichten.
Het belangrijkste is echter dat een jong eet en gezond is en dat iedere dag aankomt (een keer een dagje niet aankomen, of twee dagen niet aankomen, kan geen kwaad, maar het moet geen gewoonte worden).

top



Met hoeveel weken/met welk gewicht mogen ze weg bij de moeder?

In principe met vier weken. De jonkies moeten in ieder geval minimaal 300 gram wegen en geheel zelfstandig eten voor ze bij de moeder weg mogen.
Zeugjes zijn over het algemeen wat kleiner dan beertjes. Indien een zeugje aan de kleine kant is met vier weken, kan je haar het beste nog een week of twee bij de moeder laten. Ook zeugjes die groter of groot zijn, kunnen het beste nog een week of twee bij de moeder blijven.
Beertjes kunnen met vier weken geslachtsrijp zijn, en daarom moeten beertjes met vier weken bij de moeder weg. Indien een beertje erg klein is, nog bij de moeder drinkt, en absoluut geen pogingen heeft ondernomen om op zijn moeder en/of ander jonkies te rijden (dus nog niet sexueel ontwikkeld is), kan je hem wat langer bij de moeder laten. Zodra hij echter wel sexueel gedrag vertoont, dien je hem er onmiddellijk bij weg te halen.

top



Beertjes die al vroeg op andere cavia's rijden

Beertjes kunnen met het rijden op andere cavia's, met het wiegend heen en weer lopen en met het brommen (een laag, langgerekt 'rrrrrrrrrrrrrr') al beginnen als ze een paar dagen oud zijn. Dit is het oefenen van het sexuele gedrag, het hofmaken met als bedoeling het paren. Maar beertjes die jonger zijn dan drie weken zijn nog niet voldoende sexueel ontwikkeld om een zeug te kunnen dekken. En de meeste beertjes kunnen ook nog geen zeug dekken als ze tussen de drie en vier weken oud zijn. Als je twijfelt en denkt dat je een beertje hebt dat vroegrijp is, kijk dan hieronder bij Vroegrijpe beertjes.

top



Vroegrijpe beertjes

Het kan gebeuren dat een beertje erg groot is en al met drie weken boven de 300 gram zit, al geheel zelfstandig eet en constant probeert op zijn moeder en/of andere jonkies te rijden. Dan is het het verstandigste om hem bij de moeder en zijn zusjes weg te halen omdat je dan het risico loopt dat hij hen dekt. Zeugjes kunnen al met vier weken geslachtsrijp zijn. Zet hem echter niet alleen in een kooi, maar samen met een andere cavia. Een jong dat je alleen zet, is erg eenzaam, angstig en gestresst, en dat is geen goed basis voor de rest van zijn leven.

top



Jonkies weghalen bij de moeder

De moeder zal de jonkies met een week of drie, vier spenen, maar dat wil niet zeggen dat haar melk dan van de ene op de andere dag op is. De melktoevoer moet langzaam opdrogen, anders kan de zeug klachten krijgen. Indien de zeug meerdere jongen heeft, is het dan ook het verstandigste om ze niet allemaal tegelijk weg te halen, maar om dat één voor één te doen. Zo kan de melktoevoer van de zeug langzaam opdrogen, maar zo went ze ook geleidelijk aan het niet meer om zich heen hebben van jongen.

Dit jong zit er een beetje sip bij, terwijl hij toch genoeg te eten heeft!

top



Wanneer mogen ze naar het nieuwe baasje?

Als ze geheel zelfstandig eten, minimaal vier weken oud zijn en minimaal 300 gram wegen.

top



Hoe stel ik hun geslacht vast?

Daarvoor kan je kijken op de pagina  Geslacht.

top



Navelstreng zit er nog aan

Het kan gebeuren dat er na de geboorte van een jong nog een navelstreng aan hem vastzit. Dit kan verder geen kwaad zolang het niet bloedt. De navelstreng zal indrogen en na een paar dagen tot een week er vanzelf afvallen.
Het kan zijn dat de navelstreng dermate lang is dat het het jong hindert; in dat geval kan je er een stukje afknippen, maar knip er niet te veel af en zeker niet te dicht bij de buik.

top



Oogproblemen

Oogje kijkt omhoog
Het kan zijn dat één oogje omhoog kijkt, terwijl het andere normaal kijkt. Dit wordt veroorzaakt door en te korte oogbalspier; deze trekt dan het oog omhoog. Normaalgesproken trekt het vanzelf bij en zal het oog na een paar dagen tot een paar weken een normale stand innemen.  Indien dat niet het geval is, dien je naar de dierenarts te gaan.

Dit caviaatje van net een dag oud, heeft een te korte oogbalspier waardoor zijn oog omhoog kijkt. Het trok vanzelf weg.


Waas over oog
Een wit of blauw waas over een oog is een veelvoorkomend probleem. Je kan het insmeren met oogzalf (deze is bij de dierenarts te verkrijgen) of druppelen met colloidaal zilver. De dierenarts kan een vitamine A zalf geven, maar ook een cafzalf; zie daarvoor bij Cafzalf.

Dichtzittend oog
Een oog dat dichtzit, komt relatief veel voor. Je kan het insmeren met oogzalf (deze is bij de dierenarts te verkrijgen) of druppelen met colloidaal zilver. De dierenarts kan een vitamine A zalf geven, maar ook een cafzalf; zie daarvoor bij Cafzalf.

Entropion (naar binnen krullende wimpers/haren)
Naar binnen krullende wimpers of haartjes heet entropion; een of meerdere haartjes raken constant het hoornvlies aan, waardoor dit geirriteerd raakt en tot onstekingen zal leiden. Het oog produceert veel afscheiding waardoor het dicht gat zitten, en het kan ook een wit of blauw waas krijgen.
Het treedt vaker op bij rassen die gekruld haar hebben, zoals de Tessel en de Rex.
Je kan het oogje zalven met bijvoorbeeld
Cafzalf; soms duurt het enige weken voor het geheel klachtenvrij is.
Indien dat niet werkt, is de enige definitieve oplossing de haarzakjes uitschakelen zodat er geen haar meer kan groeien; dit kan de dierenarts doen.
Omdat naar binnen krullende wimpers/haren een erfelijke afwijking zijn dien je met dit jonkie niet te fokken.

Ectropion (spekoog, vetoog)
Ectroption is wanneer het onderste ooglid te veel naar beneden hangt waardoor je het weefsel onder het oog ziet.
Dit kan varieren van een heel klein beetje hangen tot dermate erg hangen dat er erg veel weefsel dat normaalgesproken achter het ooglid zit, zichtbaar wordt.
Het kan verder geen kwaad als de cavia er geen last van heeft. Mocht het oog gaan ontsteken of steeds maar tranen, dan dien je langs de dierenarts te gaan.

Cafzalf
Er bestaan twee versies van cafzalf; een zware versie waar een antibioticum in zit en een lichtere versie zonder antibioticum. De zware versie van cafzalf kan bij knaagdieren als bijwerking hersenverschijnselen geven waardoor hersenstoornissen op kunnen treden. Dit komt niet vaak voor, maar het kan wel gebeuren. Indien het geven van de zwaardere cafzalf niet nodig is, kan je daarom beter de lichtere gebruiken; dit is de Aureomycin oogzalf van AST Farma BV.

top



Tepelproblemen

Kapotte tepels
Indien de jongen hard aan de tepels zuigen omdat het zeugje weinig melk heeft, kunnen de tepels kapot gaan. Je dient dan uiteraard de jongen bij te voeren, maar ook de tepels te verzorgen. Zie verder bij
Tepelverzorging.

Lange, uitgerekte tepels
Door het zuigen kunnen de tepels groter en langer worden. Soms worden de tepels na de zoogperiode weer kleiner, maar vaak ook blijven ze zo lang. Zolang het zeugje er geen last van heeft, hoef je er niets aan te doen.

Rode tepel of rode plekken op de tepel
Roodheid is bijna altijd een symptoom van een ontsteking, dus de kans is groot dat het zeugje een ontsteking heeft. Zie verder bij
Melkklierontsteking.

Dikke tepel
Een tepel wordt altijd wel een beetje dikker als hij melk geeft, maar als de dikheid abnormaal is, dan is er sprake van een ontsteking. Dit geldt ook als de huid er onder opzwelt. Zie verder bij
Melkklierontsteking.

Harde tepel of knobbel in de tepel
Een harde tepel of een harde knobbel in de tepel duidt op een ontsteking, ook als de knobbel niet gevoelig is. Zie verder bij
Melkklierontsteking.

Melklierontsteking
Een melkklierontsteking wordt ook mastitis genoemd. Het is heel naar en bijzonder pijnlijk. Zeugjes kunnen zelsf mank gaan lopen van een melkklierontsteking en er kunnen abcessen ontstaan door een tepelonsteking dus het dient altijd - en zo snel mogelijk! - behandeld te worden.
De symptomen van een melkklierontsteking kunnen zijn: tepel of tepels die rood, dik, hard, gloeiend of kloppend zijn, wondjes of kloven in de tepel of tepels, koorts of verhoging, geen of minder zin in eten, algehele slapte.
Een melkklierontsteking ontstaat door bacteriën die de tepel binnendringen. Dit kan door wondjes of kloofjes gebeuren, maar de bacteriën kunnen ook 'gewoon' de tepel binnendringen via de opening waardoor de melk eruit komt. Melkstuwing (het voortduwen van melk in de klieren) kan ook een oorzaak zijn; dit komt voor als de melkklier niet wordt leeggedronken en er dus melk in de klier achterblijft. Bij één jong kan dit sneller optreden dan bij veel jongen.
Hygiëne is van belang, maar ook strikte hygiëne kan niet altijd een ontsteking voorkomen. Toch dien je de kooi heel schoon te houden; vieze plekken met urine en keutels dienen altijd verwijderd te worden.
IJs koelt en verdooft de pijn, dus je kan de pijnlijke tepel indien hij rood is en gloeit, koelen tot je van de dierenarts een behandeling hebt voorgeschreven gekregen. Is de tepel juist erg hard en pijnlijk, dan kunnen warme compressen uitkomst bieden.
Melk wordt voornamelijk gemaakt van groenvoer; geef daarom de zeug twee dagen minder of geen groenvoer zodat de melkproductie tijdelijk afneemt.

Een melkklierontsteking bij een zogend zeugje.

De tepels zijn dikker omdat ze zoogt, maar je ziet duidelijk dat de rechtertepel een stuk dikker is en dat die kant van haar buik heel erg opgezwollen is.



Tepelverzorging
Indien de tepels gevoelig of kapot zijn, maar er is geen sprake van een ontsteking, dan kan je de tepels verzorgen met Kamillosan crème of met Uierzalf. Als het na een paar dagen niet over is, dien je contact op te nemen met de dierenarts.
Je kan ook de ene tepel inzalven en dan intapen zodat de jongen er niet bij kunnen komen. Je dient wel op te letten dat het niet gaat broeien. En dan de volgende dag het omdraaien. Zo krijgt iedere tepel één dag rust voor ze weer 'moet'.  Je dient uiteraard wel heel goed op te letten dat de jongen voldoende voeding krijgen.
Een andere manier om de tepels rust te gunnen is de moedercavia en de jongen een paar uur scheiden. Dan kan je de tepels dik inzalven en dat steeds herhalen. Het nadeel hiervan is dat de jongen zullen gaan roepen (en gillen!) om hun moeder.
Je dient echter altijd op te letten dat de jonkies aan blijven komen - als dat niet zo is, moet je ze bijvoeren want dan krijgen ze dus te weinig via de tepel.

top



Extra teentje
Een extra teentje is een vierde teentje aan de achterpoot of een vijfde teentje aan de voorpoot dat iets hoger zit dan de andere teentjes. Het kan stevig of redelijk stevig aan de poot zitten, maar vaak bungelt het er maar bij. Soms zelfs is de verbinding tussen de extra teen en de poot niet meer dan een stukje huid waarmee het vastzit.
Het nadeel is dat de cavia er ergens achter mee kan blijven haken, waardoor het scheurt, of het teentje er zelfs helemaal afgetrokken wordt.
Het meest ideale zou zijn indien het teentje direct na de geboorte door een dierenarts zou kunnen worden verwijderd, maar dit is meestal geen haalbare situatie omdat niet alle dierenartsen huisbezoeken maken en omdat je een pasgeboren jong niet onnodig moet vervoeren. De meeste cavia's groeien dan ook op met een extra teentje en vaak wordt het teentje als de cavia toch onder narcose moet, voor een castratie bijvoorbeeld, er dan ook afgehaald.
Zolang de cavia er geen last van heeft, kan geen kwaad als het teentje blijft zitten. Een extra teentje is wel erfelijk, dus met cavia's die een extra teentje hebben moet je niet fokken.


top



Jongen eten niet of niet genoeg
De jongen hebben een reserve voor 12 uur, dus het is heel normaal als ze de eerste dag niet drinken bij de moeder. Indien ze daarna ook niet drinken, en er verder geen oorzaak te vinden is (geen lichamelijk of geestelijke problemen bij moeder en jong) dien je de jongen zelf te stimuleren te gaan drinken. Dit kan je doen door moeder en jongen op schoot te nemen; in geval van veel jongen, verdeel je ze in groepjes of neem je telkens één jong tegelijk, en dan het jong aan te leggen bij de moeder. Dit doe je door het jong voor de tepel te zetten en hem aan te moedigen te gaan drinken. Onderwijl kan je de moeder rustig houden door op kalmerende toon tegen haar te praten.

top



Jongen vallen af
Iedere pasgeborene valt de eerste dagen wat af. Het gewicht vermindert omdat de baby moet wennen aan de nieuwe situatie en omdat hij teert op zijn reserves. Pas als hij gewend is aan de nieuwe wereld en drinkt, zal hij in gewicht toenemen.
Een baby vertoont ook geen mooie gelijke groeicurve, maar een ongelijke; de ene dag komt hij wat aan, de andere dag niet zo heel veel en de volgende dag wellicht helemaal niets. Dat is allemaal niet erg, zolang hij maar over het grote geheel genomen wèl aankomt.
Als een jong afvalt en blijf afvallen, of afvalt en op dat gewicht blijft staan, is er iets mis en je dient dan alle mogelijkheden na te gaan:
- Heeft de moeder of heeft het jong een lichamelijk of geestelijk probleem?
- Mag hij bij de moeder drinken? Laat de moeder dat toe?
- Kan hij, fysiek gezien, wel drinken (is hij daar sterk genoeg voor)?
- Wordt hij opzij gedrukt door de andere jongen?
- Heeft de moeder melk, en als ze melk heeft, heeft ze melk genoeg?


Links: Dit is niet de manier waarop een caviajong aankomt.

Rechts: Dit is de manier waarop een caviajong aankomt; de ene keer wat minder, dan wat meer, soms staat het gewicht even stil om dan met een sprong opeens de hoogte in te schieten.


top



De moedercavia valt af
Zogen is een ontzettend zwaar karwei; het is hard werken voor de moedercavia! En als ze niet genoeg voeding binnenkrijgt, of niet de juiste voeding, moet er toch melk aangemaakt worden. Dit gaat dan altijd ten koste van haarzelf; haar eigen reserves, maar ook haar vet en spieren en zelf organen worden aangesproken om maar melk te kunnen maken.
Een moedercavia zal gedurende het zogen meestal wel wat afvallen, maar dit mag nooit te veel zijn omdat zij er anders door kan sterven of er blijvende schade aan kan overhouden.
Dat een moedercavia tijdens het zogen op één dag 60 gram afvalt, is niet ongewoon. Maar het betekent wel, dat als ze dat twee dagen achter elkaar doet, dat ze dan al ruim een ons kwijt is. En dat is veel voor een cavia. Je dient dus de moedercavia iedere dag te wegen en haar direct bij te voeren indien ze te veel afvalt.
Je kan ook besluiten haar preventief bij te voeren; dat is een prima idee, zeker als ze veel jongen heeft.

In de tabel zie je links de gewichten van de moedercavia in grammen ná de bevalling. Rechts staan de rijen met percentages en daaronder het gewicht dat overblijft indien de moedercavia een x-aantal procenten van haar lichaamsgewicht afvalt. Zo zal een zeugje van 900 gram dat 30% van haar totale lichaamsgewicht afvalt nog maar 630 gram wegen en een zeugje van 800 gram dat 10% afvalt nog maar 720 gram wegen.
Groen is een goed gewicht, geel is een gewicht dat je in de gaten dient te houden en rood is de gevarenzone. Dit zijn gemiddelden, en er kunnen altijd individuele verschillen optreden. Echter, een volwassen cavia mag nooit minder dan 500 gram wegen; dat is de absolute bodemgrens, en indien jouw zeugje die grens nadert, dien je de dierenarts in te schakelen. Indien ze afvalt en in de buurt van de 700 gram komt, dien je al direct maatregelen te nemen.
Indien je zeugje meerdere dagen achter elkaar afvalt, dien je ook te beginnen met bijvoeden, en dat moet je ook doen als ze opeens heel veel afvalt.

Je ziet dat een zeugje dat niet zo veel weegt, veel minder af kan vallen dan een zeug die veel weegt. Een zeug die 1200 gram weegt, kan rustig 240 gram afvallen en dan nog niet in de gevarenzone komen, terwijl een zeugje van 600 gram dat 240 afvalt, op sterven na dood is.

 

 

10%

20%

30%

40%

50%

60%

1500

1350

1200

1050

900

750

600

1400

1260

1120

980

840

700

560

1300

1170

1040

910

750

650

520

1200

1080

960

840

720

600

 

1100

990

880

770

660

550

 

1000

900

800

700

600

500

 

900

810

720

630

540

 

 

800

720

640

560

 

 

 

700

630

560

 

 

 

 

600

540

 

 

 

 

 


top



Eén jong sterft of meerdere jongen sterven
Van alle jongen die er worden geboren, sterven er 10%. Dit heeft diverse oorzaken, die je soms niet eens kan vaststellen, maar mogelijk oorzaken zijn:
- De moeder is te onervaren en bevrijdt het jong niet van het vlies;
- De bevalling is extreem pijnlijk en de moeder is in paniek of in shock hierdoor en bevrijdt het jong niet van het vlies;
- De weeen zijn er niet of nauwelijks, of de moeder heeft te weinig kracht (door ziekte) waardoor de bevalling moeizaam verloopt en de jongen te lang in het gebooortekanaal zitten;
- Een heel grote en zware cavia drukt pasgeboren jongen dood. Normaalgesproken helpen andere cavia's met het likken en schoonmaken van de jongen, maar het kan voorkomen dat een cavia te groot en te zwaar is in verhouding tot de jongen en er op gaat zitten en ze zo smoort;
- Er is een gecastreerde beer in het hok en die raakt opgewonden van de zeug (die immers direct na de bevalling weer bronstig en dus vruchtbaar is) en hij loopt de jongen omver. Normaalgesproken zijn jongen zeer veerkrachtig en kunnen ze wel tegen een stootje, maar als een jong wat zwak is, kan hij hierdoor letsel oplopen en sterven;
- Het jong heeft een erfelijke afwijking;
- Het jong is mismaakt;
- Het jong is te zwak om te blijven leven;
- Het jong is gezond, maar zit achter een jong dat de weg versperd en stikt in het geboortekanaal of komt met dermate grote ademnood ter wereld dat hij niet meer te redden is;
- Het geboortekanaal is te nauw (bijvoorbeeld omdat de moeder na haar eerste jaar haar eerste nestje kreeg en haar bekkenbeenderen zich niet meer konden verwijden) waardoor de jongen er niet uitkunnen. Een keizersnede is dan de enige optie, maar ook dan is het niet gezegd dat de jongen het overleven;
- Onbekende oorzaken: Er zijn altijd jongen die het niet redden terwijl er geen reden voor te geven is. Dit komt ook bij andere diersoorten voor. Dan is er toch iets mis met het jong waardoor hij het niet redt, ook al lijkt hij op het oog gezond.

top



Jongen sterven allemaal

Het komt voor dat alle jongen sterven. Je dient dan te weten waardoor dat gebeurde. Bij
Eén jong of meerdere jongen sterven vindt je mogelijke oorzaken.
Indien het te maken heeft met een erfelijke afwijking, is het beter de moeder niet opnieuw zwanger te laten worden. Indien het te maken heeft met een lichamelijke afwijking bij de moeder, mag ze ook niet opnieuw zwanger worden.
Indien het iets is waar niemand iets aan kon doen, bijvoorbeeld een jong zonder erfelijke afwijking dat de weg voor anderen versperde, dan mag ze wel opnieuw zwanger worden.
Ze kan, zonder jongen die haar melk drinken, melkstuwing krijgen. Door melkstuwing kan een
Melkklierontsteking optreden; dit dien je dus in de gaten te houden.
Ze kan ook somber worden door het verlies van haar jongen. Zorg daarom voor afleiding van andere cavia's. Je kan haar eventueel ook bij de beer zetten zodat ze opnieuw zwanger kan worden. Ze dient daarvoor uiteraard wel in een goede conditie te zijn.
Zeugen die hun jongen verloren zijn, zijn goede pleegmoeders

top



De moedercavia sterft

Als de moeder sterft, dien je voor de jongen een pleegmoeder te zoeken. Een pleegmoeder is een caviamoeder die zelf net of al een tijdje moeder is.
Het mooiste is het als de jongen qua leeftijd overeen komen. Meestal zijn zeugen wel bereid andere jongen onder hun hoede te nemen en groot te brengen. Een manier om dit te vergemakkelijken is door de weesjongen de geur te geven van de pleegmoeder. Dit doe je door gebruikt hooi uit het hok van de pleegmoeder over de weesjongen te wrijven. Een keuteltje van de pleegmoeder kan hierbij ook diensten bewijzen; dit mag vies lijken, maar een keutel heeft de geur van de pleegmoeder, en je hoeft de jongen er niet mee in te smeren, maar alleen maar met een hard keuteltje over hun vacht te strijken. Een keuteltje van haar jongen is uiteraard ook prima.
Een andere manier om ze geaccepteerd te krijgen, is door de eigen jongen even weg te halen en dan de weesjongen, het liefst ruikend naar de pleegmoeder of haar jongen, bij de pleegmoeder te zetten. Als de pleegmoeder de weesjongen geaccepteerd heeft, kan je haar eigen jongen er weer bij zetten.

Als de pleegmoeder de jongen niet accepteert, dien je ze weg te halen bij haar. Nog eens proberen heeft dan waarschijnlijk geen nut, en langer proberen ook niet, zeker niet als de pleegmoeder ze wegjaagt of aanvalt.

Als de pleegmoeder ze wel accepteert, dien je heel goed in de gaten te houden dat de pleegmoeder de extra zorg wel aan kan. Zowel geestelijk als lichamelijk. Het is voorgekomen dat een zeugje de jongen van andere zeugen opnam en voedde, en dat ze haar letterlijk leegzogen waarna ze stierf.
Je dient ze dus allemaal heel goed in de gaten te houden, dagelijks te wegen en indien nodig bij te voeren.

top



Soorten bijvoeding die je kan geven
Er zijn een groot aantal soorten bijvoeding die je kan geven aan de jongen en aan de moedercavia. Wat je het liefst gebruikt, hangt van jou af en van wat je cavia's lekker vinden.

Melk
Je kan gewone melk of koffiemelk geven.
Melk heeft als eigenschap dat het alleen voor baby's is en dat volwassen dieren en mensen er soms minder goed tegenkunnen. Dat hangt allemaal af van een bepaald enzym dat nodig is om de lactose (melksuiker) in de melk te verteren en dat vele mensen en dieren verliezen als ze volwassen zijn. Als je het enzym nog hebt als je volwassen bent, kan je wel melk(producten) verteren, heb je het niet, dan kan je dat niet meer of minder makkelijk. En dat geldt ook voor de cavia: de een krijgt er diarree van, de ander niet. Zolang ze er geen diarree van krijgt, kan je het geven. Je kan het ook mengen met Science Recovery.


Zuigelingenmelk
Je kan zuigelingenmelk geven, dus melk voor mensenbaby's. Ieder merk is in principe goed zolang het maar de eerste melk is die baby's krijgen. Voor Nutrilon is dat bijvoorbeeld no. 1. Het gaat er om dat je de melk neemt die baby's krijgen als ze net geboren zijn. Wat handig is van Nutrilon, is dat je niet een complete bus met poeder hoeft te kopen, maar dat ze Nutrilon no. 1 ook in 500 ml en zelfs in 200 ml hebben; je hoeft dit ook niet aan te mengen of klaar te maken omdat het melk klaar voor gebruik is.

Nutrilon bevat lactose, waar niet alle cavia's tegen kunnen.


Hondenmelk
Hondenmelk kan je ook geven; Lactol bijvoorbeeld. Lactol is overigens ook geschikt om aan katten te geven.

Kattenmelk
Kattenmelk kan je ook geven; Cat-milk van Gimpet bijvoorbeeld, dat een gereduceerd lactosegehalte heeft.

Cat-milk van Gimpet bevat minder lactose.


Geplette haver
Geplette haver bestaat uit koolhydraten en is een energieleverancier; je kan er iedere dag een beetje van geven aan de moeder, maar onthoudt dat de moeder vooral eiwitten nodig heeft om melk te maken. De jongen hebben ook voornamelijk eiwitten nodig omdat zij in de groei zijn. Van teveel koolhydraten worden ze dik.

Brinta
Brinta bestaat uit koolhydraten en is daarom een energieleverancier; je kan er iedere dag een beetje van geven aan de moeder of aan de jongen. Beide hebben echter meer behoefte aan eiwitten omdat die juist gebruikt worden in tijden van zogen en groeien.

Fruithapje
Fruithapjes bestaan er in soorten en maten. Zo heb je Olvarit, maar ook andere merken voldoen prima. Je hebt ze in 250 gram, maar ook in 125 gram. Onthoudt dat het product altijd aan een bewerking heeft bloot gestaan (anders kan het niet zo lang houdbaar zijn) en dat het daarom minder gezond is dan vers (gepureerd) groenvoer.

Fruithapjes zijn er in grote en kleine verpakkingen.


Science Recovery
Science Recovery is een vezelrijke vloeibare voeding die in poedervorm komt. Je dient het dus wel nog aan te maken; dit kan met water of een van de soorten melk die hierboven beschreven staat. Science Recovery is vezelig, dus je kan geen spuitje met een kleine opening gebruiken. Dit kan een probleem zijn bij het voeren van jongen. Je kan echter de Science zeven, zodat het vezelige achterblijft. Het beste is dan om de smurrie (ja, het ziet er echt zo uit!) even te laten staan zodat de voedingsstoffen goed in de vloeistof kunnen dringen. Als je het dan zeeft, blijven er zoveel mogelijk voedingsstoffen achter in de vloeistof.

Science Recovery is speciaal bedoeld voor dieren die ziek en herstellend zijn. Het is geen melkvervanger.


Druivensuiker
Druivensuiker door het water is een energieboost, die moeder wel, maar de jongen niet nodig hebben (tenzij een jong heel zwak is). Geef het daarom met mate, ook al omdat het suikers zijn en die maken dik.

Vitamine C
Vitamine C is eigenlijk geen bijvoeding omdat alle cavia's er voldoende van binnen moeten krijgen. Vitamine C kan niet worden aangemaakt door de cavia. Zie voor meer informatie over Vitamine C de pagina over Vitamine C.

Brood met melk
Brood met een van de soorten melk die hierboven beschreven staat, kan op prijs worden gesteld, maar kan ook compleet genegeerd worden.

Brood met melk vinden veel cavia's lekker. Let er wel op dat niet iedere cavia tegen koemelk kan!



Geweekte korrels
Geweekte korrels krijg je door de korrels (uit het hardvoer als het gemengd is) in water of een van de soorten melk de die hierboven beschreven staat, te leggen. De korrels nemen het vocht op, zwellen op en worden makkelijker eetbaar.

top



Weesjongen

Weesjongen hebben behoefte aan een aantal dingen:
- warmte;
- voedsel;
- vitaminen;
- cavia's.

Warmte
Jongen moeten warm worden gehouden. Als de moeder sterft als ze nog nat zijn, moeten ze ook droog worden. Ze kan ze zachtjes zo droog mogelijk wrijven.
Je kan ze in dik hooi leggen; hooi heeft een isolerende werking, maar alleen dat zal niet genoeg zijn de eerste week, en zeker niet als het maar een of twee jongen zijn. Meerdere jongen kunnen elkaar beter warmhouden dan twee jongen.
Een kruik is een mogelijkheid, net zoals een kersenpitkussentje. Beide mogen niet direct bij de jongen gelegd worden, maar moeten in een doek worden gewikkeld. Het beste is dan ook nog als de jongen er niet op of tegenaan gaan liggen, maar als ze er net naast liggen zodat er geen kans op oververhitting bestaat.

Als je de warmtebron onder een tot driehoek gevouwen handdoek legt, geeft het een aangename warmte zonder te heet te worden. De uiteinden van de handdoek dek je af met een doek of je laat de wand van de kooi de afsluiting vormen.


Een andere mogelijkheid om de jongen warm te houden is er een lamp boven te zetten. Dit kan een warmtelamp zijn, maar een gewone lamp geeft ook al warmte. Let er wel op dat de lamp niet om of in de kooi kan vallen, dat het niet te warm wordt en dat niet de hele kooi beschenen wordt: er moet altijd een plek in de kooi zijn die koel(er) is zodat de jongen daar heen kunnen gaan als het te warm wordt.
Een derde manier is om ze in een warme kamer te zetten, maar dit zal meestal een te gespreidde warmte opleveren om de jongen echt goed te doen, dus zorg ook altijd voor een meer directe warmtebron.
Je kan ook een warmhouddeken gebruiken; daar moet dan wel een thermostaat op zitten zodat je de temperatuur in kan stellen en zodat hij afslaat als hij te warm wordt. Je dient de jongen altijd regelmatig te controleren om te zien of ze niet te warm of te koud worden.
Voor de nacht kan je het beste een holletje maken met veel hooi en een paar dikke dekens of handdoeken over de kooi heen doen zodat de warmte blijft hangen.


Voedsel

De melk is het belangrijkste de eerste tijd. Het is echter van belang dat ze zo snel mogelijk zelf gaan eten zodat ze niet meer gevoerd hoeven te worden. Dit omdat melkvervangers, door hun andere samenstelling dan moedermelk, op latere leeftijd problemen kunnen geven zoals staar en huidproblemen.
Indien echter een jong het nodig heeft om twee weken melk gevoerd te krijgen, dan moet je dit zeker niet laten. Maar de meeste jongen zullen in de eerste week een beetje knabbelen aan ander voer en in week twee zullen ze er ook van gaan eten. Dan kan de melk worden afgebouwd. Je kan dan alsnog, indien nodig, bijvoeren met fruithapje, Brinta of iets anders.

Het beste is om melk te nemen met een zo laag mogelijk lactosegehalte. De melk dient op lichaamstemperatuur te zijn (ongeveer 38 graden Celsius).
Je kan voeren met een injectiespuit zonder de naald. Er blijft dan een stomp tuitje over. Bij een volwassen cavia kan je zo'n spuitje gewoon in het bekje doen, maar bij een jong is dat veel lastiger, voornamelijk omdat ze zich heel makkelijk kunnen verslikken. Je dient de melk dan ook druppeltje voor druppeltje te geven en je mag pas het volgende druppeltje geven als je zeker weet dat alles is doorgeslikt. Waar je ook voor moet oppassen is dat je geen kracht zet als je de melk geeft. Als de melk dan namelijk in het bekje komt, heeft het jong de kracht nog niet om het tegen te houden en dan kan het doorschieten naar de longen - met alle ellende van dien.
Van belang is dus dat het zonder enige kracht in het bekje komt en dat het druppeltje voor druppeltje gaat.
Een andere manier, die veel makkelijker is, is om de melk op een theelepeltje te doen, waarna het jong het er dan aflikt. Maar niet alle jongen willen dit. Indien ze het wel willen, is de overstap naar een schoteltje snel gemaakt.

Er dient in ieder geval altijd hooi, hardvoer, water en groenvoer te zijn. Ze zullen vanzelf hieraan gaan knabbelen, en later zullen ze ervan gaan eten. Om het in het begin wat makkelijker te maken, kan je de groenten en het fruit klein snijden of raspen, maar dit is niet echt nodig. Mocht een jong achterblijven en moeite hebben met alles, dan kan het zeker wel helpen hem te wennen aan het eten van groenvoer.

Na iedere maaltijd dien je de darmen te stimuleren. Dit doet de moedercavia normaalgesproken door de buik te likken. Je kan hetzelfde effect bereiken door zachtjes over de buik te wrijven. Je kan het gewoon met één of twee vingers doen, maar je kan ook een beetje vettige zalf gebruiken zodat het makkelijker smeert en meer lijkt op de natte tong van moeder. Let op dat je maar een heel klein beetje zalf gebruikt, want het is al gauw te veel. Je kan ook een doekje gebruiken dat je vochtig maakt en hiermee over het buikje wrijven.
Indien de jongen gemorst hebben en hun befje of hals vies is, dien je dit ook schoon te maken. Dit kan makkelijk met een vochtig doekje, maar je kan er ook voorverpakte doekjes voor gebruiken. Deze kunnen echter wel sterk ruiken, wat de cavia wellicht minder op prijs zal stellen.


Vitaminen

Cavia's verteren hun voedsel in twee stappen; ze eten het op, poepen het uit en eten deze keutels (de zogenaamde nachtkeutels of vitamine B keutels) weer op, zodat er dit keer in de darm de vitaminen uitgehaald kunnen worden. Dat het twee keer verteerd moet worden en dat dan pas de darm er de vitaminen uit kan halen, komt omdat de vezelige structuur van groenvoer, gras en hooi moeilijk te verteren is.
Jonkies hebben nog niet dergelijke keutels omdat ze nog geen hooi en groenvoer eten, maar ze hebben wèl die vitaminen nodig. Normaalgesproken eten ze dan ook de nachtkeutels van hun moeder op. Je kan deze vitaminen toedienen door vitaminedruppels door de melk te doen. Je kan ook Pro Vitaminen van Sanal kopen; deze kan je weken en zo aabieden of je kan ze zeven en het vocht mengen met de melk.

Vitamine C moeten de jongen ook hebben. Je dient dit zolang ze nog geen groenvoer eten, door de melk te mengen. Je kan hiervoor druppeltjes gebruiken, maar je kan ook een tabletje fijnstampen. Per 100 gram lichaamsgewicht moet een cavia 1 à 2 gram vitamine C per dag hebben.

Aantal grammen lichaamsgewicht

Aantal grammen Vitamine C per dag

50

0,5 - 1

60

0,6 - 1,2

70

0,7 - 1,4

80

0,8 - 1,6

90

0,9 - 1,8

100

1 - 2

110

1,1 -2,2

120

1,2 - 2,4

130

1,3 - 2,6

140

1,4 - 2,8

150

1,5 - 3

160

1,6 - 3,2

170

1,7 - 3,4

180

1,8 - 3,6

190

1,9 - 3,8

200

2 - 4

210

2,1 - 4,2

220

2,2 - 4,4

230

2,3 - 4,6

240

2,4 - 4,8

250

2,5 - 5

260

2,6 - 5,2

270

2,7 - 5,4

280

2,8 - 5,6

290

2,9 - 5,8

300

3 - 6



Cavia's

Jonkies leren van volwassen cavia's hoe ze cavia moeten zijn. Ze leren van hen de regels die er gelden in caviawereld, waar ze zich aan moeten houden en wat ze wel en niet mogen doen.
Zo leren ze hoe de hiërarchie werkt en wat hun plaats daar in is, wie er als eerste mag eten, hoe je een andere cavia benadert, hoe ver je kan gaan met spelen of met uitdagen, wat de resultaten zijn van het proberen te imponeren van een andere cavia en wat de caviageluiden in diverse omstandigheden betekenen.
Jonkies die opgroeien in het gezelschap van alleen maar andere jonkies, kunnen een achterstand hebben op sociaal gebied en kunnen later problemen krijgen in de omgang met andere cavia's.
Eén jong dat alleen opgroeit heeft een verhoogde kans op latere problemen omdat hij van niemand iets heeft kunnen leren en omdat een cavia die alleen zit, vrijwel altijd vereenzaamt.
Afgezien van het sociale aspect, is de aanwezigheid van een oudere cavia heel rustgevend voor jongen, die immers de wereld nog zien als een eng en koud oord. Het gezelschap van een oudere cavia geeft hen een goede basis en een houvast om vandaaruit de wereld te gaan verkennen; een rustgevend middelpunt waar ze altijd weer naar terug kunnen keren als ze ergens van schrikken of iets nieuws zien.

Je zult dus, als je geen andere cavia's hebt, moeten proberen of je ergens anders een tijdelijke cavia mag lenen om als opvoedcavia te dienen voor je jongen. Of misschien haal je wel een par nieuwe cavia's in huis omdat door het overlijden van de moedercavia er een plekje vrij is gekomen bij je.
Misschien ook mogen jouw jongen ergens anders opgroeien bij iemand die niet zijn eigen cavia wil uitlenen, maar die wel jouw jongen bij zijn cavia wil laten opgroeien.

top



Voeren/bijvoeren

Moedercavia bijvoeren
Je kan altijd beter de moeder bijvoeren dan de jongen. De moeder immers maakt de melk die belangrijk is voor de jongen en er is niet één bijvoeding die tegen moedermelk op kan. Als het je dus lukt om door het bijvoeren van de moeder iedereen gezond te houden, dan is dat het beste.
Een caviamoeder die zoogt, moet net zo veel groenvoer, hardvoer en hooi kunnen eten als ze wil. Maïs is een gezonde 'dikmaker' omdat het vrij veel suikers bevat. Gras maakt daarentegen helemaal niet dik; er kan de hele dag door van gegeten worden zonder dat het ook maar iets aanzet.

Je kan de moeder bijvoeren met alles wat onder
Soorten bijvoeding die je kan geven staat.
Mijn cavia Tessa die moeder werd van een vierling (waarvan één stierf) verloor 60 gram per dag gewicht, ondanks het feit dat ze de hele dag door at. Ik voerde haar toen vier à vijf keer per dag een mix van koffiemelk zonder vet en Science Recovery. In het begin vijf ml maar toen bleek dat ze de koffiemelk goed verdroeg, per keer zo'n 20-25 ml. En vanaf dat moment kreeg ze de verloren grammen er weer bij en bleef ze op gewicht.

Je kan voor de moeder een spuitje gebruiken van 1 ml, maar grotere spuitjes kunnen uiteraard ook zolang het in de caviamond past en de cavia er goed mee om kan gaan. Uiteraard kan je haar ook bijvoeding op een (thee)lepel of een schoteltje geven. Let dan wel op als je het schoteltje in het hok zet, dat zij het inderdaad opeet en niet de jongen.

Jongen bijvoeren

De jongen kan je bijvoeren met alles wat onder
Soorten bijvoeding die je kan geven staat, behalve de druivensuiker die meer voor de moedercavia bedoeld is.

Je kan voor de jongen een spuitje gebruiken van 1 ml. Let op dat je geen kracht zet bij het in het bekje brengen van de bijvoeding; bij pasgeborenen is de slikreflex nog niet zo goed ontwikkeld en daardoor kan de melk makkelijk in de longen terecht komen - met alle narigheid vandien. Let er ook op dat het jong het voer helemaal heeft door geslikt voor je nieuw geeft.
Veel makkelijker is het natuurlijk als ze van een theelepeltje of schoteltje willen eten.

Weesjongen voeren

Het voeren van weesjongen is intens en tijdrovend. Toch kan je wel je eigen ritme bepalen, mede door wat de jongen plezierig vinden. Je zult dus uit moeten zoeken om de hoeveel uur ze honger krijgen en hoeveel ze dan willen eten. Geef overigens niet te snel op, want een jong komt op de wereld, ervan uitgaande dat hij kan drinken bij zijn moeder, en hij is niet ingesteld op jou die hem wil voeden. Hij zal hier dus aan moeten wennen en dit kan even duren.
Een opgroeiende cavia eet ongeveer 10% van zijn eigen lichaamsgewicht aan voer per dag. De basisregel is dus dat een jong per 24 uur ongeveer 10% van zijn lichaamsgewicht aan voer naar binnen moet krijgen.
Een jong van 100 gram zal dus per etmaal 10 ml naar binnen moeten krijgen. Meer dan dat is altijd prima., maar een jong dat minder dan dat eet en toch goed aankomt, is geen enkel probleem. Je kan als 'losse pols regel' nemen dat een jong iedere 2 uur 1 à 2 ml naar binnen moet krijgen.

Lichaamsgewicht in grammen

Voeding in ml (milliliter)

50

5

60

6

70

7

80

8

90

9

100

10

110

11

120

12

130

13

140

14

150

15

160

16

170

17

180

18

190

19

200

20

Een jong moet als hij zo rond de 150 gram weegt, zelf kunnen eten, maar je hebt altijd jongen die trager zijn en wat achterlopen en daarom gaat de tabel tot en met 200 gram. Maar normaalgesproken is dit niet nodig.

Een voedingsschema kan er als volgt uitzien.

Tijdstip

Voeding

06:00 uur

1 à 1,5 ml

08:00 uur

1 à 1,5 ml

10:00 uur

1 à 1,5 ml

12:00 uur

1 à 1,5 ml

14:00 uur

1 à 1,5 ml

16:00 uur

1 à 1,5 ml

18:00 uur

1 à 1,5 ml

20:00 uur

1 à 1,5 ml

22:00 uur

1 à 1,5 ml

24:00 uur

1 à 1,5 ml

Totaal

10 à 15 ml



Een ander mogelijk schema is deze.

Tijdstip

Voeding

08:00 uur

2 à 3 ml

11:00 uur

2 à 3 ml

14:00 uur

2 à 3 ml

17:00 uur

2 à 3 ml

20:00 uur

2 à 3 ml

23:00 uur

2 à 3 ml

Totaal

12 à 18 ml



En hier nog een andere mogelijkheid.

Tijdstip

Voeding

06:00 uur

1 ml

07:00 uur

1 ml

09:00 uur

2ml

11:00 uur

2 ml

14:00 uur

3 ml

17:00 uur

3 ml

20:00 uur

2 ml

23:00 uur

1 ml

24:00 uur

1 ml

Totaal

16 ml


Bovenstaande schema's zijn voorbeelden en je kan er altijd vanaf wijken. Je moet er zelfs vanaf wijken als blijkt dat jouw jong andere behoeftes heeft. En zijn behoeftes variëren naar gelang zijn gewicht, conditie en activiteiten (rond rennen in het hok). Meer eten mag altijd, minder is nook niet erg als het jong maar vol zit na een maaltijd en aankomt in gewicht.

Reken per voeding op ongeveer een kwartier à een half uur, afhankelijk van hoe snel het jong eet, of het al gewend is en of jij er al handigheid in hebt.
Je hoeft 's nachts niet te voeden, maar het is dan wel zaak dat je het jong heel laat op de avond en heel vroeg in de ochtend voert. Blijkt dat het jong toch behoefte heeft aan een nachtvoeding, dan kan je het beste om 01:00 of 02:00 uur 's nachts voeren en dan proberen het te rekken tot 06:00 of 07:00 uur 's ochtend, zodat jij ook nog aan je slaap toekomt.

Bouw het voeren altijd af in de derde week. Het mag ook al in de tweede week als de jongen zelfstandig van groenvoer, hardvoer en hooi eten, en zelfs in de eerste week als de jongen dan ook al goed eten en regelmatig aankomen.
Als de jongen helemaal niet omkijken naar ander voer, kan je ze wat minder voeding geven, zodat ze niet helemaal vol zitten en dan zelf op zoek gaan naar nog wat voer.

 

1e week

2e week

3e week

4e week

Water

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Hardvoer

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Hooi

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Groenvoer/fruit/gras

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Altijd beschikbaar

Geraspte groente/fruit

Ja, dat mag

Ja, dat mag

Niet meer nodig

Niet meer nodig

Vitamine C

Mengen met voeding

Mengen met voeding

Mengen met voeding

Mengen met voeding

Melk zoals Nutrilon no. 1, Cat-milk van Gimpet, Lactol

Iedere 1-4 uur, per keer 1-4 ml

Iedere 2-5 uur, per keer 2-5 ml

Geleidelijk aan afbouwen

Alleen bij achterstand

Brinta

-

Is mogelijk

Is mogelijk

Is mogelijk

Fruithapje

-

Is mogelijk

Is mogelijk

Is mogelijk

Brood met melk

Ja, dat mag

Ja, dat mag

Ja, dat mag

Ja, dat mag

Science Recovery

-

-

Bij ziekte of herstel

Bij ziekte of herstel


top



De moedercavia wil niets van de jongen weten

Als ze nog niet toe is aan het moederschap, kan het zijn dat ze niets wil weten van de jongen. Ze zal ze dan negeren, of juist naar hen bijten en happen. Je kan haar helpen door haar en de jongen op schoot te nemen en ze onder een doek of kleed te doen; op die manier is het donker(der), wat geruststellend werkt en als ze jou vertrouwt, zal ze eerder geneigd zijn dingen van je aan te nemen. Op deze manier kan je ook proberen de jongen aan te leggen bij haar zodat ze gaan drinken. Als ze jou niet vertrouwt, kan je het uiteraard alsnog proberen door de kooi donker(der) te maken omdat donker altijd geruststellend werkt. Meestal is het een kwestie van tijd en zal de moeder na een dag of twee doorhebben wat ze moet doen.

top



De moedercavia gaat ruw met de jongen om

Soms lijkt het of de moeder wel erg ruw met haar jongen omgaat: ze duwt ze om, loopt over ze heen, snauwt en bijt naar ze. Dit gedrag kan normaal zijn, maar het kan ook aangeven dat ze lichamelijke klachten heeft, zoals een
Melkklierontsteking, of dat ze nog moet wennen aan het moederschap en niet goed weet wat ze met die kleintjes aanmoet. Als ze geen lichamelijke klachten heeft, kan het zijn dat ze moet wennen aan het moederschap; dat komt vooral voor bij zeugen die jonger zijn dan vijf maanden als ze moeder worden omdat ze dan vaak geestelijk nog niet toe zijn aan het moederschap. En sommige zeugen zijn nu eenmaal ruwer dan anderen, maar de jongen kunnen daar best tegen; ze zijn zo klein en behendig dat ze gewoon onder haar vandaan glippen als ze over ze heen loopt of boven op ze zit. Als ze moet wennen aan het moederschap, kan ze wat ongedurig zijn, maar ze zal hen nooit (opzettelijk) pijn doen. En de jonkies zijn zo klein en vlug dat die heel snel weer weg zijn of een uitweg vinden als ze bovenop hen zit.

top



De moedercavia laat de jongen niet drinken
Er zijn een aantal redenen waarom de moedercavia de jongen niet laat drinken. Indien je wilt controleren of de moeder melk heeft, kan je voorzichtig in een tepeltje knjijpen; indien er een druppeltje uitkomt, weet je dat ze zeker melk heeft. Als er niets uit de tepel komt, wil dat niet zeggen dat ze geen melk heeft; het kan dan heel goed zijn dat de melkproductie nog op gang moet komen.

Moedercavia weet niet wat te doen
Als ze nog niet toe is aan het moederschap, kan het zijn dat ze niets wil weten van de jongen. Ze zal ze dan ook niet laten drinken. Kijk bij
De moedercavia wil niets van de jongen weten voor meer informatie.

Je ziet ze niet drinken
Het kan zijn dat ze wel drinken, maar dat je dat niet ziet. Jongen die drinken zitten half onder hun moeder, of alleen met hun snoet onder haar buik.

Ze zijn net geboren
Als ze net geboren zijn, drinken ze niet. De jongen hebben reserves om de eerste dag door te komen zonder te drinken. Het is dus niet abnormaal als je ze de eerste dag niet ziet drinken.

Tepel/melkklierontsteking
De moeder kan een tepeltonsteking hebben waardoor ze de jongen niet wil laten drinken omdat het pijn doet. Een melkklierontsteking moet altijd behandeld worden; kijk bij Melkklierontsteking.

top



De moedercavia verstoot een jong

Het komt voor dat een zeug een jong dat nog leeft links laat liggen. Ze kijkt er dan niet naar om en reageert niet op zijn geluidjes. Als ze andere jongen heeft die ze wel verzorgd, dan is het links laten liggen van dat ene jong een teken dat er iets mis is met dat jong.
Heel vaak overlijdt dat jong vrij snel na de bevalling; meestal binnen een paar uur of anders binnen een paar dagen.
Uiteraard kan je dat jong zelf trachten te voeden en groot te brengen, en soms lukt dat ook inderdaad. Vaak blijkt dan echter bij het nageslacht van dat jong dat het jong een erfelijke afwijking bij zich draagt, of het jong sterft op een veel te jonge leeftijd aan een aandoening.
Vaak ook lukt het een poos het jong in leven te houden en sterft het dan alsnog na weken van ploeteren en je zorgen maken. Als je besluit een verstoten jong te trachten groot te brengen, dien je je er van bewust te zijn dat er een reden is dat de moeder dat ene jong niet wil verzorgen. Je dient er dan ook rekening mee te houden dat het jong als het groot is, wellicht extra zorg nodig heeft.
De één laat liever de natuur zijn gang gaan en helpt het jong niet en laat het sterven. Wellicht is zo leed voorkomen dat het jong later zou ondervinden.
Anderen vinden dat je alles moet doen om een jong in leven te houden en zijn bereid hun verantwoordelijkheid te nemen en het jong zelf een goed thuis te geven mocht blijken dat het iets mankeert of extra zorg nodig heeft.
Voor beide visies valt iets te zeggen. Je moet echter altijd doen waar je je goed bij voelt en wat in het beste belang van het jong is. Het gaat immers om diens leven. Dat bij je keuze niet van te voren te zeggen is hoe het leven van het jong verloopt, kan de beslissing moeilijker maken. Immers, als je nu al weet dat het jong een naar leven vol pijn tegemoet gaat als jij het in leven tracht te houden, dan is de keus makkelijk. En de keus is ook makkelijk als je van te voren weet dat het een fijn leven krijgt zonder lichamelijke beperkingen. Echter, we weten het niet van te voren, en daarom blijft het een moeilijke beslissing wat je moet doen als een moedercavia een jong verstoot.

Met dank aan Cavia-opvang Muffin voor de foto's van de melkklierontsteking.

top      home